vrijdag 29 november 2013

Zaterdag 30 november

Het heeft de hele nacht geregend. As we wakker worden, zien we dat de bergen om ons heen weer met sneeuw zijn bedekt.

Tegen half tien vertrekken we naar het zuidwesten richting Fiordland. Op weg naar de top van de Lindis Pass en ook nog een kilometer of 50 daarna, rijden we door een verlaten en onbewoond landschap. 














We moeten lang op onze koffie wachten Die vinden we uiteindelijk met citroenboterkoek in Tarras,
Naast het café is een winkeltje waar Annelies een paar echte  Merino-wol sokken kan kopen. Maar $ 45 voor een paar sokken vindt ze te gek.
Even later stoppen we bij de beroemde  “Kawarau bridge”, waar het “bungi jumpen” is uitgevonden. Voor $ 180 mag je een keer springen. Wij kijken er een tijdje naar en zijn blij dat wij het niet hoeven te doen.
De brug
Een sprong














Het landschap verandert. Het wordt vlakker en we zien wijngaarden van het Ortega wijn gebied en uitgestrekte velden met weer een deel van de 40 miljoen schapen. Die Nieuw Zeeland rijk is. Voor de lunch stoppen we in Kingston, een alleen maar uit zomerhuisjes bestaand dorp met gelukkig wel een benzinepomp en een café.

Tegen vieren komen we in Te Anau aan, waar we slapen  bij Distiction Hotel en Villas, dat aan het Lake Te Anau ligt, maar waar wij tuinzicht hebben. Van buiten ziet het gebouw er meer uit als een bejaardenhuis met aanleunwoningen dan als een hotel.
In plaats van een villa hebben we hotelkamers en dat betekent dat er niet gekookt kan worden.

Lake Te Anau

We gaan het stadje in op zoek naar een eettent voor vanavond. Onderweg scoort Annelies een paar Sherpa sokken.


Vanavond eten we pizza.

donderdag 28 november 2013

Vrijdag 29 november

Na het ontbijt vertrekken we naar “Mt. Cook Village”, dat een kilometer of 30 verder in het dal ligt, daar waar de weg ophoudt. We rijden langs Lake Pukaki en tussen enorme bergen met sneeuw op de top. Nu wordt duidelijk waarom de westkust van het zuidereiland de “New Zealand Alps” wordt genoemd.

Het informatiecentrum bevindt zich in de lobby van hotel “The Hermitage”. Henny en Ed vertrekken voor de “Hooker ValleyTrack”, een wandeling van drie-en-een-half uur met prachtige uitzichten op de Alpen en Lake Hooker aan het eind van de Hooker Glacier.

Annelies en ik gaan mee met “Glacier Explorers” naar “Tasman Lake”. Eerst een stuk met een bus en daarna twintig minuten lopen naar het meer, over een hobbelig met stenen bezaaid pad, waar speedboten met gidsen op ons liggen te wachten. Het meer ligt in de zon en ziet er prachtig uit.  Het water heeft een bijzondere wit-blauwe kleur, veroorzaakt door de zogenaamde “Glacial Rock Flour”, en we zien een groot aantal grotere en kleiner ijsbergen. We trekken voor de eerste keer onze bij Perry Sport gekochte rode regenjacks aan. Er worden zwemvesten uitgedeeld die aan moeten voordat we aan boord van de boot mogen. De schipper is ook onze gids. Ze vaart ons over het meer dicht langs de verschillende  ijsbergen, waarbij ze uitleg geeft over de “Tasman Glacier”, het ontstaan van de ijsbergen (maar 10% boven water), het breken en het smelten daarvan en het steeds groter worden van  het meer. Het is helder weer, waardoor we ook genieten van het uitzicht op Mt. Cook. Tegen het eind van de boottocht slaat het weer om en steekt er een enorme wind op die hoge golven veroorzaakt, waardoor er water over de boot slaat. Dankzij onze Perry regenjacks blijven we bijna droog.


Tasman Lake
In de boot








En nog een


Een ijsberg


Een ijskristal
Mt. Cook











We komen een kwartier na elkaar terug bij het informatiecentrum en gaan op zoek naar een supermarkt. Helaas voor ons, maar er is er geen in Mt. Cook Village. In het café, waar we een broodje eten, horen we dat de dichtstbijzijnde supermarkt in Twizel is, een plaatsje op bijna 70 km van waar we zijn.  Omdat we vanavond thuis willen eten, zit er niet veel anders op dan in de regen naar Twizel te rijden.


Terug bij onze “cottages”, regent  en waait het nog steeds. Gisteren zaten we buiten, nu binnen met de kachel aan.

woensdag 27 november 2013

Donderdag 28 november

Vandaag gaan we de bergen in met Mt. Cook als einddoel. De eerste 100 km langs de kust, maar zonder de zee te zien, naar het zuiden zijn tamelijk saai. Links en recht van de weg eindeloze vlaktes. Als we dan in Ashburton ook nog koffie drinken die nergens naar smaakt, vragen we ons af of we wel de goede kant op gaan. Gelukkig verandert het landschap als we bij Geraldine naar het oosten richting de bergen gaan. Ergens is het uitzicht zo mooi, dat we stoppen. Wat later zien we Lake Tekapo  met zijn prachtige blauwe kleur. We stoppen in het gelijknamige plaatsje voor een broodje. We tanken er ook en doen boodschappen bij de lokale  “4 Four  Square”.  Dat is maar goed ook, want de rest van de dag zien we geen andere opties. Wel heel veel lupines langs de weg.

Lupines

Om half vier komt Lake Pukaki in zicht, dat er zo mogelijk nog mooier bij ligt dan Lake Tekapo. We buigen af naar het noorden en rijden de laatste 35 km, langs het meer richting Glentanner Park, onze bestemming voor vandaag. Halverwege stoppen we bij Peter’s Lookout, voor een eerste blik op de top van Mt. Cook, die net boven de wolken uitkomt.

Mount Cook boven Lake Pukaki

In Glentanner Park krijgen we twee “cottages” met er om heen dartelende konijntjes en uitzicht op met sneeuw bedekte bergtoppen. Annelies roept uit dat ze nog nooit op zo’n mooie plaats in de natuur heeft gelogeerd.

Ons uitzicht

Als we ons hebben geïnstalleerd, gaan Henny en Annelies, omdat er  geen machine in de buurt is, aan de handwas,, die wegens gebrek aan en lijn in de struiken wordt opgehangen.

De Was
Henny ook











De rust is niet van lange duur. We hebben een schoolklas als buren. Gezellig maar luidruchtig.


We eten thuis.

Woensdag 27 november

Na het ontbijt zijn Henny en Ed ook in het hotel aangekomen. Voordat we Christchurch in gaan, ga ik eerst naar de kapper. Ik wordt geknipt door een aardig kauwgum kauwend tatoeagemeisje van wie de grootouders, toen haar vader kind was, naar Nieuw Zeeland zijn geëmigreerd.  Behalve “Opa en Oma” spreekt ze geen Nederlands. Knippen kan ze wel. Annelies is tevreden met het resultaat.

We wandelen naar het museum bij de “Botanic Gardens, waar de “city tour” met een oude Londense dubbeldekker begint. De bus doorkruist de stad en de gids vertelt ons over gevolgen van de aardbeving van 2011. Dat was de zwaarste, omdat het episch centrum precies onder Christchurch lag. Bij deze aardbeving zijn 185 doden gevallen. Veel natuurlijk, maar als je de stad nu ziet, valt het eigenlijk mee. De aangerichte schade is nog duidelijk zichtbaar en is eigenlijk niet te beschrijven. Meer dan 2000 gebouwen zijn onherstelbaar beschadigd. Met het afbreken ervan is men nog niet klaar, laat staan met de wederopbouw. Volgens onze gids kan het nog wel 20 jaar duren voordat het nieuwe Christchurch klaar is.

De RK cathedraal vòòr
En na






185verschillende  stoelen, voor elk slachtoffer één

 Onze reisgidsen voor Nieuw Zeeland, Capitool en Lonely Planet, maken wel melding van de aardbevingen, maar laten verder op geen enkele manier merken dat het centrum van Christchurch eigenlijk niet meer bestaat.

We gaan naar een nieuw tijdelijk winkelcentrum dat helemaal is opgebouwd uit containers. We bezoeken er “Quake City”, een bezoekerscentrum geheel geweid aan de aardbevingen en de consequenties ervan. We zijn erg onder de indruk. In een van de containers hebben we een broodje gegeten.

We eten heerlijk bij bistro “Cook’n with Gas”, het restaurant dat we gisteren hebben gereserveerd.

Gezellig
En lekker